PDF Opties

Lokale heffingen

Algemeen

De paragraaf lokale heffingen gaat over het beleid van de heffingen en tarieven in 2025. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens behandeld:

  1. De geraamde inkomsten.

  2. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen.

  3. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen.

  4. Een aanduiding van de lokale lastendruk.

  5. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Geraamde inkomsten

De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in € 1.000:

Soort

2025

Onroerendezaakbelasting eigenaren

18.051

Onroerendezaakbelasting gebruikers

3.069

Roerende woon- en bedrijfsbelasting

27

Rioolheffing

10.724

Afvalstoffenheffing

15.594

Reinigingsrechten

80

Leges omgevingswet

3.581

Parkeerbelastingen

3.636

Lijkbezorgingsrechten en begraafrechten

1.014

Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

237

Marktgelden

121

Precariobelasting

310

Hondenbelasting

495

Toeristenbelasting

103

Overige leges (o.a. burgerlijke stand, GBA, woonzaken, APV, archief)

1.064

Totaal geraamde inkosten lokale heffingen

58.106

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

886

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Het beleid voor de uitvoering van heffing en invordering van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op een lastendrukverdeling gelet en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Als uitgangspunt geldt dat de lokale lasten jaarlijks worden verhoogd met inflatie. Voor de onroerendezaakbelastingen wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2024 vastgesteld op 3,2%. Deze indexering van 3,2% wordt ook toegepast op de overige heffingen (leges, hondenbelasting, precariobelasting, toeristenbelasting, parkeerbelasting).

Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Onroerendezaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van het jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2025 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2024. Zoals verwoord in Voorjaarsnota 2024 worden de opbrengsten verhoogd met 3,2%. Voor de jaren na 2025 wordt in de begroting rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1,5%. Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft (vermeerderd met inflatoire verhoging).

In het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie van de regering is aangegeven dat men de jaarlijkse stijging van de lokale lasten (onroerendezaakbelasting) aan banden wil leggen. Verdere details zijn op dit moment nog niet bekend.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB)

Deze belasting wordt ook wel de roerendezaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.

Rioolheffing

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk Rioleringsplan op. Purmerend hanteert een rioolheffing die is gesplitst naar een eigenarentarief en een grootverbruikheffing. De heffingsgrondslag voor eigenaren is een vast bedrag per aangesloten eigendom. Voor het grootverbruik is deze gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m3), hierbij is gekozen voor het aantal aansluitingen met een verbruik vanaf 300 m3 . Doordat het gebruikerstarief is vervallen, wordt er geen rekening gehouden met kwijtscheldingen en oninbaarheid. Het huidig GRP heeft 2023 als einddatum. Er is onder de Omgevingswet geen verplichting, maar er wordt wel een nieuw plan gemaakt gelet op de opgaven van de komende jaren en de tariefsontwikkeling. Het tarief voor de rioolheffing zal de komende jaren met meer dan inflatie stijgen vanwege de grote vervangingsinvesteringen in Wheermolen en Overwhere.

Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead en btw. Purmerend hanteert een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit betreft een tarief voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. In het kader van de verbetering van de afvalscheiding is het tarief voor een extra restafval container conform het tarief van een meerpersoonshuishouden en wordt een extra gft-container gratis verstrekt. Door de goede financiële resultaten van de afgelopen jaren, kan de tariefstijging beperkt blijven.

Reinigingsrecht

Reinigingsrecht wordt nog uitsluitend geheven van bedrijven voor het ondergronds inzamelen van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.

Leges omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen per 1 januari 2024 zijn de grondslagen voor het heffen van leges in Titel 2 van de legesverordening gewijzigd. Uitgangspunt van Titel 2 van legesverordening blijft dat de kostendekkendheid 100% is. De opbrengsten zijn afhankelijk van het aantal aangevraagde omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten. Dit wijkt altijd af van het aantal geplande bouwprojecten. De gemeente heeft hier een geringe invloed op. Als daartoe aanleiding is zal uw raad door middel van tussenrapportages op de hoogte worden gesteld van de ontwikkelingen.

Parkeerbelastingen

Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beide dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. Bij niet betalen van parkeerbelasting op straat, wordt een naslagheffing opgelegd. Jaarlijks wordt het maximum tarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk. De parkeertarieven worden net als de andere belastingen per 1 januari 2025 verhoogd met 3,2%. Het is de bedoeling dat per 1 maart 2025 een grote uitbreiding van het betaald parkeren gebied plaatsvindt als ook de Bloemenbuurt en het Waterlandkwartier parkeerregulering krijgen.

Lijkbezorgingsrechten

Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen.

Bedrijveninvesteringszones

Een Bedrijfsinvesteringszone (BIZ) is een afgebakend gebied zoals een winkelstraat of een bedrijventerrein waarbinnen alle ondernemers samen investeren in zaken als bekendheid, uitstraling, kwaliteit en veiligheid van hun gebied. De BIZ-heffing geldt voor de duur van 5 jaar en het tarief van de BIZ heffing verschilt per gebied (vast bedrag of de WOZ waarde van een bedrijfsruimte). De opbrengsten van de bedrijveninvesteringszones worden na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de BIZ Stichting Koemarkt en de Stichting BIZ Purmerend Binnenstad.

Marktgelden

Marktgelden worden geheven op reguliere weekmarkten en incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen, energieverbruik en het parkeren bij markten. Dit gaat om de door de gemeente vastgestelde warenmarkten in Purmerend. De incidentele markten in Purmerend en de markten in de Beemster gaan via een evenementenvergunning en opgelegde leges. De tarieven worden per 1 januari 2025 verhoogd met 3,2%.

Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven op degene die een voorwerp of voorwerpen op gemeentegrond, bestemd voor de openbare dienst, heeft, dan wel op degene voor wie dat voorwerp of die voorwerpen op gemeentegrond, bestemd voor de openbare dienst, aanwezig zijn. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd. De tarieven worden per 1 januari 2025 verhoogd met 3,2%.

Hondenbelasting

Hondenbelasting is van oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier geen maximumtarief en/of spelregel ten aanzien van kostendekkendheid. Omdat er in Purmerend is besloten tot een heffing binnen een bepaald gebied, is de heffing een doelheffing geworden. De geraamde kosten van het hondenbeleid zijn dan ook gelijk aan de geraamde baten in verband met hondenbelasting. De tarieven worden per 1 januari 2025 verhoogd met 3,2%.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding binnen de gemeente voor personen die niet in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven als inwoner. Degene die gelegenheid tot verblijf biedt is belastingplichtig en kan de belasting verhalen op degene die verblijf houdt. De gemeente Purmerend is een samenwerking aangegaan voor het gebruik van een digitaal nachtregister. Via dit systeem krijgt de gemeente een beter inzicht in het aantal bezoekers. Vooralsnog gaat het alleen om hotels. In de toekomst kunnen hoteleigenaren hun aangifte toeristenbelasting digitaal bij de gemeente aanleveren. De tarieven worden per 1 januari 2025 verhoogd met 3,2%.

Leges

Voor reisdocumenten, rijbewijzen en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maakt.

Kostentoerekening en kostendekkendheid

Tabel kostendekkendheid 2025

Bedragen x € 1.000

Afvalstoffen heffing

Rioolheffing

Leges Omgevingswet

Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente

11.013

8.097

2.745

Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen

80

-

-

Netto kosten taakveld

10.933

8.097

2.745

Toe te rekenen kosten straatreiniging en regionale brandweer

1.098

1.098

-

Overhead inclusief (omslag)rente

2.513

1.478

1.154

Btw

1.356

1.000

-

Totale lasten

15.900

11.673

3.899

Opbrengst heffingen

15.325

10.793

3.899

Dotatie aan voorziening

-

-

-

Onttrekking aan voorziening

575

880

-

Totale baten

15.900

11.673

3.899

Dekkingspercentage

100%

100%

100%

Een aanduiding van de lokale belastingdruk

Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:

  • Eenpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Eenpersoonshuishoudens in een huurwoning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een huurwoning.

Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend. Deze bedroeg bij het opmaken van deze begroting voor 2025 € 389.000 afgerond, resulterend in een aanslag van circa € 313 OZB. Dit is indicatief. Het herwaarderingsproces was echter nog gaande. In de onderstaande tabel zijn de vergelijkende cijfers met Purmerend 2024 opgenomen.

 Bedragen in euro's

Eenpersoonshuishoudens

Meerpersoonshuishoudens

Jaar

Eigen woning

Huurwoning

Eigen woning

Huurwoning

Purmerend 2024

817

300

893

375

Purmerend 2025

852

306

929

383

Rangordeoverzicht Woonlastenmonitor 2024

De getallen horen bij de cijfers van een meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner en voor de rangorde geldt: nr 1 heeft de laagste woonlasten.

Gemeente

Bedrag 2024

Rangorde 2024

Rangorde 2023

Nederland gemiddeld1

994

Alkmaar

835

29

12

Hoorn

940

114

143

Dijk en Waard

917

87

87

Den Helder

912

85

104

Edam-Volendam

911

83

83

Wormerland

1.133

287

298

Purmerend

954

139

134

Waterland

975

167

193

Zaanstad

1.010

199

228

Landsmeer

1.437

338

346

Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).

De lokale lasten voor de meerpersoonshuishouden met een eigen woning stijgen in 2025 met gemiddeld 4,0% in Purmerend.

Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.