Nr. | Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Krediet | Programma | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | I/S |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
A. Stand Voorjaarsnota 2024 (raadsbesluit 1596700) | 10 | 43 | -10.930 | -11.927 | ||||
B. | Reeds genomen besluiten door de raad | |||||||
1a | Kredieten gebiedsontwikkeling Oostflank en schadeloosstelling (raadsbesluit 1595439) | 6.300 | 07. Ruimtelijke ordening | - | -79 | -79 | -79 | S |
1b | Dekking kredieten gebiedsontwikkeling uit de reserve gronden | 07. Ruimtelijke ordening | - | 79 | 79 | 79 | S | |
2a | Aankopen Waterlandplein 38 en Rijperhof 7,8.9 en 9A-E (raadsbesluit 1597557) | 1.810 | 07. Ruimtelijke ordening | -113 | -112 | -111 | -110 | S |
2b | Dekking aankopen uit reserve opvang ontheemden en huuropbrengsten | 02. Samenleving | 113 | 112 | 111 | 110 | S | |
3a | Aankoop van IJsendijkstraat 144S (raadsbesluit 1595651) | 163 | 07. Ruimtelijke ordening | -5 | -5 | -5 | -5 | S |
3c | Dekking aankoop van IJsendijkstraat 144S (huur en kapitaalasten) uit reserve gronden | 07. Ruimtelijke ordening | 5 | 5 | 5 | 5 | S | |
8.273 | Subtotaal B | - | - | - | - | |||
C. | Investeringen | |||||||
1 | Ophoging krediet verbouwing P3 voor kostprijsverhogende btw | 219 | 02. Samenleving | -14 | -14 | -13 | -13 | S |
2 | Vervangingsinvesteringen Spurd | 4.249 | 04. Milieu | - | -31 | -62 | -72 | S |
3a | Diverse vervangingsinvesteringen riolering | 15.260 | 06. Beheer openbare ruimte | - | -147 | -197 | -246 | S |
3b | Dekking kapitaallasten uit tarieven riolering | 06. Beheer openbare ruimte | - | 147 | 197 | 246 | S | |
4 | Ophoging kredieten speelvoorzieningen | 1.289 | 06. Beheer openbare ruimte | - | -43 | -102 | -100 | S |
21.017 | Subtotaal C | -14 | -88 | -177 | -186 | |||
D. | Onvermijdelijke ontwikkelingen | |||||||
1 | Vrijval budget verkiezingen Tweede Kamer (vervroegd 2023) | 01. Publiekdiensten | 200 | - | - | - | I | |
2 | Actualisatie vastgoed planmatig en dagelijks onderhoud | 07. Ruimtelijke ordening | -400 | -200 | -100 | - | S | |
3 | Verhoging contributie VNG en bijdragen GGU en A+O fonds | 10. Bestuur en Concern | -148 | -155 | -188 | -223 | S | |
4 | Ontwikkelingen gemeentefonds meicirculaire 2024 | Overzicht Alg.dekk.mid. | -526 | 4.692 | 4.276 | 4.508 | S | |
5 | Aframen dividend Stadsverwarming | Overzicht Alg.dekk.mid. | -350 | - | - | - | I | |
6 | Actualisatie renteomslag en meerjarig investeringsplan | Overzicht Alg.dekk.mid. | 3.964 | 3.223 | 1.031 | -847 | S | |
- | Subtotaal D | 2.741 | 7.560 | 5.019 | 3.438 | |||
E. | Uitgangspunten en indexering | |||||||
1 | Indexatie investeringen: | |||||||
a | Indexatie kredieten IHP en bewegingsonderwijs (prijspeil 2025: +5%) | 3.774 | 02. Samenleving | - | -7 | -96 | -121 | S |
2 | Indexatie exploitatiebudgetten: | |||||||
a | Actualisatie leges burgerzaken | 01. Publiekdiensten | 78 | 93 | 135 | 109 | S | |
b | Actualisatie materiele uitgaven (bedrijfsvoering, maatschappelijk en ruimtelijk) | Diverse programma's | -117 | -166 | -211 | -207 | S | |
c | Actualisatie lonen en salarissen inclusief politiek ambtsdragers | Overzicht Alg.dekk.mid. | -319 | -255 | -272 | -290 | S | |
d | Indexering lokale heffingen | Overzicht Alg.dekk.mid. | 582 | 553 | 507 | 1.099 | S | |
3 | Dekking uit stelpost loon- en prijsontwikkeling (LPO) | Overzicht Alg.dekk.mid. | 116 | 153 | 59 | 61 | S | |
3.774 | Subtotaal E | 340 | 371 | 122 | 650 | |||
F. | Gemeenschappeljke regelingen: | |||||||
1 | Begroting 2025 Werkom (besluit 1598276) | 02. Samenleving | -48 | - | - | - | I | |
2 | Begroting 2025 Omgevingsdienst IJmond (besluit 1598115) | 08. Veiligheid | -36 | -18 | -16 | -21 | S | |
3 | Begroting 2025 Veiligheidsregio Zaanstreek/Waterland (besluit 1596704) | 08. Veiligheid | -832 | -895 | -758 | -758 | S | |
4 | Begroting 2025 Waterlands archief (besluit 1598004) | 10. Bestuur en Concern | 70 | -179 | -141 | -110 | S | |
5 | Begroting 2025 recreatieschap Twiske Waterland (besluit 1598706) | 10. Bestuur en Concern | -10 | -10 | -10 | -10 | S | |
- | Subtotaal F | -855 | -1.103 | -925 | -898 | |||
G. | Dekkingsplan 2026 | |||||||
1 | Toevoeging algemene reserve (deels terugdraaien incidentele ontrekking VJN 2024) | Overzicht Alg.dekk.mid. | - | -6.500 | - | - | I | |
- | Subtotaal G | - | -6.500 | - | - | |||
H. | Keuzes-knelpunten | |||||||
1 | Maatregelen tegengaan netcongestie | 04. Milieu | -214 | -220 | -225 | -211 | S | |
2 | Capaciteit ICT (Microsoft 365, uitrol nieuwe devices en Nis2-wetgeving) | Overhead | -300 | - | - | - | I | |
3 | Actualisatie investeringsagenda (jaarschijf 2028) | Overzicht Alg.dekk.mid. | - | - | - | -925 | S | |
- | Subtotaal H | -514 | -220 | -225 | -1.136 | |||
Stand (primitieve) Programmabegroting 2025 (beschikbare ruimte) | - | 1.709 | 64 | -7.117 | -10.060 |
Het positieve resultaat van 2025 van € 1,7 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Het vertrekpunt voor de programmabegroting is de stand van de Voorjaarsnota 2024 (onderdeel A). Hierover is besloten op 20 juni 2024 (raadsbesluit 1596700). Vervolgens presenteren wij u een bijgesteld beeld en lichten wij de posten toe die de stand van de Voorjaarsnota wijzigen (onderdelen B tot en met H). Het begrotingsadvies van de VNG wordt verder toegelicht in de aanbiedingsbrief.
Dit betreft al genomen (onvermijdelijke) besluiten door de gemeenteraad sinds de Voorjaarsnota 2024 en worden hier niet verder toegelicht.
1. Ophoging krediet verbouwing P3 voor kostprijsverhogende btw
Bij de fiscale doorlichting van de verbouwplannen voor P3 is gebleken dat de btw op een aantal onderdelen niet voor btw-aftrek in aanmerking komt. Het is nodig het krediet hierop aan te passen.
2. Vervangingsinvesteringen Spurd (krediet € 4.248.929)
In de Voorjaarsnota 2024 was nog geen actueel overzicht voorhanden van de kredieten Spurd. Gedurende het voorjaar is deze opgave ontvangen en afgewogen naar nut en noodzaak. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen is nu een bedrag van € 4,2 miljoen opgenomen in de begroting. Dit betreft vervangingen van diverse onderdelen van het Leeghwaterbad, binnensportaccommodaties (onder andere sportvloeren voor de gymzaal De Gors aan de Zwanenbloem en sporthal De Beuk) en het vervangen van kunstgras op de buitensportaccommodaties sportpark Middenbeemster- SV de Beemster, sportpark Zuidoostbeemster -vv ZOB, sportcomplex De Munnik- MHCP, Sportcomplex Weidevenne- FC Purmerend, sportcomplex Westerweg 41 -Wherevogels. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten, vanaf 2026 € 31.000 oplopend naar € 72.000 in 2028 zijn verwerkt in de begroting 2025. In het investeringsoverzicht 'lopende investeringen' vindt u de detaillering terug.
3a/b en 4. Diverse vervangingsinvesteringen riolering (krediet 15.260.030) en ophoging kredieten speelvoorzieningen (krediet € 1.288.820)
In de Voorjaarsnota 2024 was nog geen actueel overzicht voorhanden van de vervangingsinvesteringen voor riolering. Gedurende het voorjaar is deze opgave ontvangen en afgewogen naar nut en noodzaak. Voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen is nu een bedrag van € 15.260.030 opgenomen in de begroting. Dit betreft vervangingen voor klimaat adaptieve maatregelen 2026-2028, relingswerken 2025-2028, vervanging riolering Overwhere Noord 2025-2028, vervanging duikers 2025-2028, gemalen bouwkundige renovatie 2025-2028 en riolering Cantekoog, Kooimanweg, Schoolstraat en de Koen Rozendaalstraat in 2024. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten bedragen vanaf 2026 € 147.000 oplopend naar € 246.000 in 2028 en worden gedekt vanuit de tarieven riolering.
De speelvoorzieningen worden voor 2025 en 2026 opgehoogd met € 1.288.820. Deze bedragen waren destijds bij de opstelling van de IBOR te laag opgenomen. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten, vanaf 2026 € 43.000 oplopend naar ruim € 100.000 in 2028 zijn verwerkt in de begroting 2025 ten laste van de begrotingsruimte.
De Tweede Kamer verkiezingen hebben vervroegd plaatsgevonden in 2023. In 2025 vinden er geen verkiezingen meer plaats, waardoor het budget van bijna € 200.000 kan vrijvallen. De verkiezingskalender ziet er als volgt uit:
2026 gemeenteraden;
2027 Provinciale Staten en waterschappen (en Eerste Kamer);
2028 Tweede Kamer.
Voor de Voorjaarsnota 2024 is de Jaarrekening 2023 doorgelopen op budgetten waar ruimte was ten opzichte van voorgaande jaren. Dat heeft geleid tot een lijst met budgetten om te laten vrijvallen ten gunste van de begrotingsruimte. Hierbij was ook het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen meegenomen. Bij actualisatie van de budgetten bij de begroting is duidelijk gebleken dat het verstandig is die vrijval niet door te voeren omdat het dan mogelijk is de indexering van het onderhoudsprogramma binnen de bestaande budgettaire ruimte te doen.
Door groei van inwoners en door indexatie stijgen de bijdragen aan de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU), het A+O fonds aan de VNG en de jaarlijkse contributie aan de VNG. Op dit moment zijn de bijdragen voor 2025 bekend: GGU bijdrage (€ 435.275), A+O fonds (€ 42.437) en de VNG-contributie (€ 159.535). Deze bijdragen zijn 5,2% hoger dan die van 2024. Het nadelige bedrag van € 148.000 in 2025 oplopend naar € 223.000 in 2028 komt ten laste van de begrotingsruimte.
In de raadsbrief (registratienummer 1599104) bent u geïnformeerd over de ontwikkelingen van de meicirculaire van het gemeentefonds. Het totale effect van de meicirculaire is als volgt opgebouwd:
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
1a. ontwikkeling accressen (voor prijs en volume) | -6.744 | -963 | -1.212 | -775 |
Financieel effect meicirculaire 2024 - toevoeging aan begrotingssaldo | -526 | 4.692 | 4.276 | 4.508 |
Het algemeen beeld voor het begrotingssaldo is positief voor alle jaren, met uitzondering van 2025. Deze verbetering wordt voornamelijk veroorzaakt door de oploop van de opschalingskorting te laten vervallen vanaf 2026. Daar staat in 2025 wel een eenmalige korting tegenover. Hieronder volgt een toelichting op bovenstaande tabel.
In 2023 zijn het kabinet en de gemeenten overeengekomen dat het gemeentefonds vanaf 2027 wordt geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) met de verwachting dat de accressystematiek hierdoor minder schommelt. Dit voorjaar is afgesproken dat deze systematiek al vanaf 2024 ingaat. Omdat dit nadeliger uitpakt voor gemeenten, worden gemeenten hiervoor gecompenseerd (regel A1b), afgezien van een eenmalige korting van € 675 miljoen in 2025.
Uitgangspunt is dat het Gemeentefonds meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product (bbp) volgt. De indexatie wordt gesplitst in een volumedeel en een prijsdeel.
Het volumedeel is gebaseerd op een 8-jaars (historisch) gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp en het LPO-deel groeit evenredig mee met de omvang van de inflatie en volgt de prijs bbp van het lopende jaar. Valt de inflatie hoger uit, dan stijgt het LPO-deel. Valt de inflatie lager uit, dan daalt dit deel van de uitkering evenredig mee.
Voor Purmerend zien we dat voor alle jaren ondanks de incidentele compensatie vanuit het Rijk voor de vervroegde invoering bbp-systematiek het accres per saldo nadelig uitpakt (regel A1a/b). De oorzaken hiervoor zijn de lagere inflatieverwachting en het niet volledig compenseren (50%) van de invoering van de nieuwe bbp-systematiek in 2025. Dit nadeel is afgewikkeld ten laste het begrotingssaldo, omdat de stelpost LPO nihil is.
Er is besloten om de opschalingskorting te schrappen vanaf 2026 (regel 2). Die werd in 2015 ingevoerd omdat gemeenten door gedwongen opschaling kosten zouden besparen, maar die opschalingsmaatregel is er nooit gekomen, de korting bleef al die tijd in stand. Tot nu. Het bedrag wordt toegevoegd aan het begrotingssaldo.
In het coalitieakkoord Rutte IV is een extra besparing in het kader van Jeugdzorg (wat zowel jeugdhulp als jeugdbescherming en jeugdreclassering omvat) opgenomen vanaf 2025. Die voorgenomen bezuiniging op de jeugdzorg van € 500 miljoen in 2025 kan nog niet gerealiseerd worden, omdat de maatregelen die tot besparing moet leiden nog niet zijn gerealiseerd. Dit bedrag valt nu vrij ten gunste van de algemene uitkering. Omdat het Rijk al had aangegeven dat zij de verantwoordelijkheid voor deze taakstelling op zich zou nemen, mocht hiervoor een reservering in de begroting worden opgenomen. In de Voorjaarsnota 2024 van Purmerend is hiermee rekening gehouden door het opnemen van een reservering van € 1,3 miljoen in 2025. Het vervallen van deze bezuiniging levert voor Purmerend een hogere inkomst op van € 2,6 miljoen. Dit is verwerkt in regel 3. Vanaf 2026 staat er nog wel een bezuiniging van € 511 miljoen, maar in het hoofdlijnenakkoord is aangegeven dat deze bezuiniging komt te vervallen. Deze bezuiniging is in 2026 en verder uit voorzichtigheid nog niet verwerkt tot het vervallen van de bezuiniging zeker is.
Dit zijn posten uit het gemeentefonds die een beleidsdoel hebben en normaliter worden toegevoegd aan de beleidsvelden. Het college kiest ervoor om deze vrij besteedbare middelen toe te voegen aan het begrotingssaldo en niet toe te voegen aan de beleidsvelden gezien de huidige financiële situatie. Het gaat hierbij om onderstaande taakmutaties en integratie- en decentralisatie uitkeringen.
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
A. Taakmutaties: |
|
|
|
|
Totaal taakmutaties/integratie- en decentralisatie-uitkeringen meicirculaire 2024 | 1.655 | 1.628 | 1.602 | 1.523 |
Op 27 juni 2024 heeft het college met memo 1600012 de gemeenteraad ingelicht over de door de toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) gemaakte rekenfout in de berekening van het maximumtarief voor het vastrecht warmte. Op basis van de tussentijdse cijfers 2024 zal dit inkomstennadeel een negatieve impact hebben op het verwachte jaarresultaat van SVP over 2024. Voor de gemeente Purmerend (als aandeelhouder) betekent dit dat de begrote dividenduitkering over 2024 van € 350.000 (uit te keren in 2025) komt te vervallen. Indien uit het jaarrekeningresultaat 2024 blijkt dat dit wel (voor een deel) mogelijk is, zal de gemeente alsnog aanspraak maken op het dividend dat nu wordt afgeraamd.
Bedragen x € 1.000 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
1. Actualisatie investeringsplan (kapitaallasten) | 1.695 | 2.271 | 1.549 | 594 |
2. Actualisatie renteomslag (financiering) | 2.269 | 952 | -518 | -1.441 |
Saldo totaal | 3.964 | 3.223 | 1.031 | -847 |
De kapitaallasten zijn aangepast als gevolg van nieuwe en bijgestelde investeringen alsmede geactualiseerde ramingen per jaarschijf (cashflows). In het investeringsoverzicht is een gedetailleerd overzicht opgenomen. Hierin zijn ook verwerkt: de kredieten uit de Voorjaarsnota 2024, onvermijdelijke vervangingsinvesteringen Spurd, ophoging en samenvoeging krediet verbouwing P3 (met een nieuwe afschrijvingstermijn van 20 jaar) en de vervangingsinvesteringen riolering. In de huidige situatie staan veel investeringen gepland, waarvan een deel over meerdere jaren wordt ‘meegenomen’. Dit voortduwen van investeringen zit nu met name bij beheerplannen en onderhoudsprojecten. Er zijn diverse grote projecten die meerdere jaren duren. In deze begroting is getracht de capaciteit en de uitvoering van de kredieten voor de komende periode goed in beeld te brengen om de afgesproken investeringen te realiseren. Hierdoor zijn de uitgaven realistischer begroot over de jaren 2025-2028. Daarnaast is er een investeringsagenda opgesteld op basis van de groei van de gemeente, waarbij in deze begroting vooral kredieten zijn opgenomen voor scholen, sportvoorzieningen, fietsvoorzieningen, mobiliteitsmaatregelen, de transitie van het pand aan de Kalversteeg 1 en de transformatie Purmersteenweg naar Stadsboulevard.
De rente is het afgelopen halfjaar van 2023 licht gedaald (bijna 0,5%-punt). Zolang de inflatie nog relatief hoog is, zal de ECB de rente niet snel verlagen. In de begroting houden we rekening met 3,5% voor het aantrekken van langlopende leningen in 2025. Vanaf 2026 loopt dit percentage met 0,1% procentpunt op. Naast dit voordelige prijseffect is er ook een volume-effect dat afhankelijk is van de financieringsstromen. We zien de laatste jaren bij de investeringsactiviteiten dat de uitgaven per jaar stijgen maar de geraamde uitgaven (cashflows) niet gehaald worden maar wel een claim leggen op het begrotingssaldo.
Door het verschuiven van de investeringen en een lager investeringsvolume per jaar ontstaat er een financieringsvoordeel op de leningenportefeuille voor de jaren tot en met 2026. Voor de jaren daarna geldt dat met het huidige investeringsprogramma investeren flink duurder wordt. Om deze behoefte te financieren trekt Purmerend langlopende leningen aan. Dit leidt uiteindelijk tot hogere rentelasten in onze begroting.
In de Voorjaarsnota 2024 was de verwachting dat er nog middelen bij zouden komen om prijsstijgingen in salarissen, investeringen, gemeenschappelijke regelingen en subsidiepartners op te kunnen vangen vanuit de meicirculaire. De uitwerking van de circulaire laat echter een ander beeld zien: door een lagere inflatieverwachting van de loon- en prijsontwikkeling (LPO) in met name de loonvoet van 2025 en 2026 daalt het accres, wat leidt tot een lagere compensatie voor Purmerend. In deze begroting zijn de uitgangspunten uit de Voorjaarsnota 2024 doorgerekend conform de reguliere systematiek. Bij de Voorjaarsnota 2025 vormt de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds reden om te kijken of bijvoorbeeld de verwerkte loonstijging in de meerjarenraming naar beneden kan worden bijgesteld.
Voor de begroting 2025 is voor de indexering van het IHP en de investeringen bewegingsonderwijs (gymzalen en sporthal De Karekiet) het bedrag over de periode januari 2024 – januari 2025 (1 jaar) het prognose indexcijfer van BOA advies gehanteerd. Hierbij zijn de kredieten IHP verhoogd met 5% naar het prijspeil 2025 en wijkt af van de uitgangspunten uit de Voorjaarsnota 2024.
De totale bijraming van het krediet bedraagt € 3.774.020, hierdoor stijgen de kapitaallasten met € 7.000 vanaf 2026 naar € 121.000 in 2028.
Voor Burgerzaken geldt dat naast de indexering met 3,2% op basis van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS ook sprake is van een tijdelijke toename in het aantal extra afhandelingen waarvoor wordt ingehuurd.
Burgerzaken | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Opbrengst leges | 342 | 385 | 556 | 446 |
Afdracht Rijksleges | -182 | -194 | -281 | -223 |
Inhuurcapaciteit | -82 | -98 | -140 | -114 |
Totaal | 78 | 93 | 135 | 109 |
De opbrengsten van belastingen en de leges worden verhoogd met 3,2% op basis van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. Dit is meer dan was ingerekend in de begroting en leidt tot de bijraming van 306.173 in 2025 oplopend naar € 579.188 in 2028.
Ook zijn berekeningen van de 4 kostendekkende heffingen geactualiseerd: leges Omgevingswet, begraafrechten, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Door de toerekening van overhead en btw in de heffingen ontstaat een begrotingsvoordeel van afgerond € 275.000 in 2025 oplopend naar € 519.932in 2028. Dit komt vooral door de extra inzet voor (de implementatie van) de Omgevingswet (overhead) en de extra investeringen rioolvervanging (btw).
Tarief (bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Begraafrechten | -14 | -13 | -9 | -5 |
Afvalstoffenheffing | 55 | 69 | 72 | 196 |
Rioolheffing | 137 | 137 | 137 | 180 |
Bouwleges | 97 | 100 | 110 | 149 |
Subtotaal kostendekkende tarieven | 276 | 293 | 310 | 520 |
Lokale heffingen (m.n. OZB) | 306 | 260 | 197 | 579 |
Totaal | 582 | 553 | 507 | 1.099 |
In de begroting 2025 zijn de volgende exploitatiebudgetten geïndexeerd: bedrijfsvoering budgetten, WMO, Jeugd, subsidies maatschappelijke instellingen, Spurd, beheer openbare ruimte en parkeren. In de Voorjaarsnota 2024 is het effect van de CAO meegenomen en in de begroting 2025 uitgewerkt. Naast de CAO zijn ook de politieke ambtsdragers hierin meegenomen. In de begroting 2025 tot en met 2028 is een indexatie van 3% per jaar aangehouden.
De huidige (beperkte) ruimte in de stelpost prijs- en loonontwikkeling (LPO) wordt in mindering gebracht op de bovengenoemde claims. Hiermee is de stelpost op en is er geen ruimte voor toekomstige indexeringen.
Na de aanbieding van de Voorjaarsnota 2024 zijn er van diverse gemeenschappelijke regelingen begrotingen voor zienswijze voorgelegd aan de gemeenteraad. In de begroting 2025 zijn de financiële effecten hiervan structureel verwerkt ten laste van de begrotingsruimte.
In de Voorjaarsnota 2024 is het ravijnjaar 2026 sluitend gemaakt, zodat een jaar tijd is gekocht voor de toekomstscenario's. Hierbij is het bufferbudget, dat is gereserveerd in de Programmabegroting 2024 van € 9 miljoen incidenteel onttrokken aan de algemene reserve en is er extra aanvullend € 3 miljoen uit de algemene reserve gehaald. Door het afschaffen van de opschalingskorting kan het bufferbudget in 2026 worden gehalveerd, zodat dit beschikbaar blijft voor de afwegingen over de toekomstscenario’s. Dat betekent dat er in totaal € 5,5 miljoen aan incidenteel geld wordt ingezet voor het sluitend maken van het begrotingsjaar 2026 en dat de overige buffer behouden blijft met het oog op het negatieve meerjarenbeeld.
Er komen steeds meer kabels, leidingen, transformatorhuisjes bij in de onder- en bovengrond. Hierdoor ontstaat drukte in de straat en onder de grond. Inwoners hebben daar last van maar het versterken van de nutsvoorzieningen is onvermijdelijk en noodzakelijk richting een duurzame toekomst. In mei 2024 heeft Liander met de gemeente haar programma voor de netverzwaring in Purmerend gedeeld. De uitkomst laat zien dat het aantal transformatorhuisjes bijna verdubbeld moet worden. Ook SVP (stadsverwarming) treft voorbereidingen voor het uitbreiden van het aantal onderstations en meerdere dataleveranciers leggen glasvezelnetwerken aan. Deze netverzwaring vanuit Liander vraagt van de gemeente om de regie te nemen in de verdeling van schaarse openbare ruimte.
Door de toename van functies in de openbare ruimte en het grotere ruimtebeslag dat deze functies vereisen, moeten er bij het inrichten van straten – boven en ondergronds – steeds vaker moeilijke keuzes worden gemaakt. Of het nu gaat om vergroening, parkeerdruk, (verkeers)veiligheid, toegankelijkheid, klimaatadaptatie of de uitbreiding van het energienet – elk onderwerp is van groot belang. Daarbij mag niet vergeten worden dat ook de aanleg, werkzaamheden en omleidingen veel impact hebben op de bereikbaarheid en leefbaarheid voor onze inwoners en ondernemers. De complexe opgave – waarin de schaarse openbare ruimte, de schaal en snelheid waarmee nutspartijen hun energienet willen verzwaren en de druk op bereikbaarheid en leefbaarheid verder vergroot – betekent dat de gemeente extra inzet moet plegen. Purmerend is hierin de regisseur in de samenwerking tussen alle factoren in de openbare ruimte. Deze samenwerking vraagt om het delen van doelen, ambities en belangen en het opstellen van spelregels en werkafspraken over de projecten en investeringen.
De financiële consequenties zijn alleen voor het proces van de plaatsing van transformatorhuisjes en hangen nauw samen met de planning van Liander. Structureel wordt er een bedrag opgenomen van ruim € 0,2 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met de legesopbrengsten en onderzoekskosten. De mogelijke subsidieinkomsten zijn nog niet meegenomen. De structurele aanvraag voor de financiën zal jaarlijks bijgesteld moeten worden. Hierover wordt u geïnformeerd via de komende P&C producten.
Microsoft heeft onbegrensde mogelijkheden om de (samen)werking te verbeteren in onze organisatie. Hierin moeten strategische keuzes worden gemaakt hoe we Microsoft 365 de komende jaren gaan inzetten. Hier kunnen we niet langer mee wachten omdat de behoeftes in onze organisatie groot zijn en de kwaliteit van werken ook daadwerkelijk kan worden verbeterd. Binnen dit project maken we de eerste strategische keuzes en brengen de impact hiervan in beeld.
De huidige laptops en tablets zijn of gaan uit beheer. Wanneer laptops of tablets niet of niet goed beheerd zijn kunnen we ze bijvoorbeeld niet meer wissen op afstand bij verlies of diefstal. Het gevolg kan zijn dat bedrijfsinformatie op straat komt te liggen. Dat betekent dat we per direct richtlijnen moeten opstellen over wat onze medewerkers nodig hebben als (moderne) werkplek en aan welke regels het veilig gebruik van genoemde apparaten moeten voldoen. Deze apparaten dienen vervolgens snel besteld te worden in verband met de leverbaarheid. In dit project onderzoeken we ook hoe de investeringen passen binnen het investeringsbudget van ICT en hoe dit naar de toekomst goed ingeregeld kan worden.
NIS 2 is 1 van de 13 nieuwe wetten op gebied van digitalisering die op ons afkomen. NIS2 wordt voor Nederland uitgewerkt in nationale wetgeving. Deze gaat waarschijnlijk in 2025 in waarbij gemeenten worden aangemerkt als essentiële entiteit. De impact van deze wet op gemeenten, en dus ook Purmerend, wordt als groot gezien. Daarom willen we alvast een impactanalyse laten uitvoeren voor Purmerend, zodat we ons tijdig kunnen voorbereiden en de structurele kosten in beeld kunnen brengen van deze wetgeving. Tussen kabinet en VNG vinden gesprekken plaats over de vergoeding van deze kosten. Ook op de ALV van de VNG is hierover een motie aangenomen. Of we deze kosten daadwerkelijk vergoed krijgen, is nog niet bekend. We kunnen de uitkomst van die discussie niet afwachten.
Richting de Voorjaarsnota 2025 willen we de financiële consequenties hiervan goed in kaart brengen. Op korte termijn (juli 2024 tot en met juni 2025) is het noodzaak om goede keuzes te maken als het gaat om uitgangspunten, richtlijnen en impact voor onze organisatie. Hiervoor is de inzet van incidentele formatie (3,5 fte projectleiders) onvermijdelijk. Voor 2025 wordt er € 0,3 miljoen aan inhuurcapaciteit gevraagd.
Uit oogpunt van realistisch begroten wordt de stelpost voor de investeringsagenda schijf 2028 opgehoogd met € 925.000, zodat er ook in 2027 een besluit over nieuwe investeringen voor de groei van onze gemeente kan worden genomen.