PDF Opties

Wat gaan we doen en wat willen we hiermee bereiken?

Integraal beheer en onderhoud

Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte richten we ons op een functionele, veilige, toekomstbestendige en aantrekkelijke leefomgeving.

  • We voeren het integraal beheerplan uit door planmatig cyclisch onderhoud, zodat we de komende jaren de kwaliteit naar niveau B kunnen verbeteren.

  • Vanuit verhardingen worden de Grotenhuijsweg en Van Osweg uitgevoerd (vervanging), en wordt de Zambezilaan geasfalteerd (groot onderhoud).

  • Het bewegingswerk van de Beemsterbrug en de Wheermolenbrug wordt vervangen (uitvoering). In 2025 worden er minimaal 25 fiets- en voetgangersbruggen vervangen.

  • In lijn met het Parkenplan worden de 8 parken één voor één opgeknapt. Op 1 juni 2024 is het opgewaardeerde Kooimanpark heropend. Er is gestart met de uitvoering van Park De Noord en het ontwerpproces voor het Leeghwaterpark. In het najaar van 2024 start ook het ontwerpproces van Park De Dwarsgouw.

  • De aangepakte parken beheren we op kwaliteitsniveau A, net als het winkelgebied in het centrum van Purmerend en het Marktplein en Het Landje in Middenbeemster.

  • In 2025 wordt met de ervaringen en cijfers van de eerste 4 parken, de businesscase voor de laatste 4 parken (Gorse bos, Park De Uitvlugt, Park De Driegang en Groengebied Purmerland) herzien.

  • We richten de openbare ruimte evenwichtig, klimaat adaptief en duurzaam in en beheren deze ook zo. In elk vakgebied zoeken we naar mogelijkheden om te verduurzamen en te innoveren, zowel wat betreft materialen en werkwijzen.

  • In 2025 blijven we verder werken het vervangen van riolen, plaatsen we steeds meer ledverlichting in de stad en bekijken we welke onnodige of niet-functionele verharding we kunnen omzetten naar groen. Bij herbestratingen en herinrichtingen bekijken we deze mogelijkheden altijd.

  • We volgen de kwaliteitsvooruitgang door periodieke inspecties en garanderen de veiligheid met technische controles, zoals vastgelegd in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte.

  • We voeren het boomonderhoud uit volgens het Bomenplan. Het wordt steeds lastiger om goede groeiplaatsen te vinden voor bomen. Op sommige plekken staan bomen op kabels of leidingen, wat na vervanging vaak niet meer mag. Door de toename van ondergrondse infrastructuur, zoals glasvezelkabels en Lianderhuisjes, nemen de mogelijkheden voor geschikte groeiplaatsen waar bomen tot volle wasdom kunnen uitgroeien steeds verder af.

  • De kwaliteit van het groen wordt op basis van NEN[1]-inspecties in beeld gebracht, zodat we gerichte aanpassingen kunnen maken.

  • We blijven het ingezette cyclisch onderhoud in het groen uitvoeren en verbeteren de biodiversiteit, natuurinclusiviteit en groei- en leefomstandigheden voor de bomen.

  • We kijken kritisch naar welke delen we wel of niet intensief maaien. Zo bevorderen we de biodiversiteit en verbeteren we tegelijkertijd de beeldkwaliteit en verkeersveiligheid. De zichthoeken bij kruisingen, rotondes en oversteekplaatsen met ruw gras maaien we daarom vaker.

  • Als gemeente zijn we transparant over het inrichten van de openbare ruimte voor goed beheer. Daarom actualiseren we jaarlijks het HIOR, waarin de laatste wet- en regelgeving en beleid staan. Dit is bedoeld voor externe partijen die werken aan de ontwikkeling of (her)inrichting van de openbare ruimte.

Wegenoverdracht Hoogheemraadschap Hollands Noorder Kwartier (HHNK)

Het HHNK is volop bezig alle wegen en het wegbeheer over te dragen aan gemeenten om zich te richten op de eigen watertaak. Samen met HHNK maken we concreet welke activa overgedragen wordt, waarbij de gezamenlijk opgestelde uitgangspositie als basis dient. Om een goede businesscase op te stellen en de kwaliteit goed in beeld te brengen, voeren we, in overleg met HHNK, aanvullende metingen en onderzoeken uit. Dit is nodig vanwege het ontbreken van goede gegevens. Afhankelijk van de resultaten bepalen we of, wanneer en op welke manier de geplande overdracht plaatsvindt.

Klimaat

Het klimaat verandert en weersextremen nemen toe. Met het Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie Zaanstreek-Waterland en Purmerend 2021-2024 werkt de gemeente, in lijn met het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), toe naar een klimaatbestendige en waterrobuuste stad in 2050. Hierin neemt de gemeente een actieve, stimulerende en adviserende rol. In 2024 wordt het Klimaatadaptatieplan herzien met een uitvoeringsprogramma vanaf 2025.

Klimaatadaptatie

Bij klein- en grootschalige herstructurering van de openbare ruimte wordt klimaatadaptatie meegenomen. Binnen ruimtelijke ontwikkelingen hanteert de gemeente de Basisveiligheidsniveaus Klimaatbestendige Nieuwbouw. In 2025 worden onderstaande projecten klimaatbestendig uitgevoerd:

  • Overwhere-Zuid deelplan A5-2: Groene waterbuffers

  • Wheermolen-Oost deelplan 3: Waterbergende weg, meer groen en bomen

  • BOL Tarwestraat, Luitje Broekema, Koggenland en Torenmolen: Waterbergende parkeerplaatsen

  • Leeghwaterpark: Meer oppervlaktewater, natuurlijke beschoeiing, groen

  • Tilburyplein: Meer groen, verbeteren van groen- en boomvakken

  • Dijckscampenlaan: Groene waterbuffer

  • Hoornselaan en Overwhere-Zuid deelplan A7: Vergroten van duiker

Ecologie

We blijven de komende jaren op veel plekken bouwen, wat grote invloed heeft op de lokale natuur. Het doel van de visie Ecologie is het behouden en verbeteren van de natuur in Purmerend. Belangrijk hierbij is het verbeteren van het leefgebied van beschermde soorten. Door het optimaliseren van het Natuurnetwerk kunnen ook andere planten en dieren hiervan profiteren. Verbeteringen in beheer en inrichting, zowel van gebouwen als van het groen, dragen bij aan het behoud van waardevolle leefgebieden in de gemeente. Onderzoek geeft een beter beeld van de huidige situatie van de voorkomende soorten. In het gekoppelde Ambitiedocument Natuur Inclusief Bouwen en Ontwerpen worden uitgangspunten opgenomen voor de bouw en ontwikkeling die bijdragen aan het stedelijke klimaat en biodiversiteit. Uiteindelijk moeten inwoners, organisaties en bedrijven de ecosysteemdiensten van de natuur omarmen om het hoofd boven water te houden. Op het gebied van ecologie zetten we in op meer stedelijk (gevel)groen waar mogelijk, meer verblijfplaatsen voor flora en fauna, meer groen op boerenerven in de Beemster, en versterking van de (water)natuurverbindingen door specifieke plaatsgebonden maatregelen.

Spelen

In 2025 werken we aan een beleidsvisie Spelen, mede gericht op ontmoeten. Met grotere en centraal gelegen speellocaties willen we ontmoeten nog meer faciliteren en stimuleren dat zowel jongeren als ouderen het huis uit komen. Dit doen we bijvoorbeeld door het aanleggen van jeu de boules veldjes en het plaatsen van fitnessapparaten en schaaktafels op diverse locaties, waaronder in de opgeknapte parken.

Belangrijk om te weten

Oppervlaktewater

De watertaken binnen het BOR worden steeds belangrijker door klimaatverandering en de toename van extreme weersomstandigheden, zoals zware regenval en droogte. Hierdoor komt het watersysteem steeds meer onder druk te staan. Het beheer van stedelijk water wordt geregeld volgens wet- en regelgeving, zoals de Keur Waterschap, Legger Waterschap en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Door optimaal beheer en controle streven we naar een robuust en klimaatbestendig watersysteem.

Technische installaties

We voldoen niet aan de Arbowet wat betreft de technische installaties. We maken een plan van aanpak om dit te herstellen.

Risico bedrijfsvoering

De komende jaren ligt het risico in de bedrijfsvoering vooral bij de stijgende materiaalkosten, beperkte capaciteit zowel intern als extern, en de kosten voor energie, brandstof en loon. Hierdoor is er minder budget om achterstanden in te halen, waardoor het langer duurt om het beheersniveau B te bereiken. We werken samen met Royal Haskoning DHV aan een normkostenmodel. Hierdoor krijgen we beter inzicht in de benodigde budgetten, tijd die nodig is om op niveau te komen en de maatregelen die we moeten nemen om het B-niveau te bereiken.

Riolering

De waterketen is essentieel voor onze volksgezondheid, vooral nu we ons steeds meer bewust worden van de risico's van ziekteverwekkers en ongewenste stoffen, zoals medicijnresten en industriële verontreinigingen in water. In het Water- en RioleringsProgramma (WRP) benoemen we alle activiteiten om aan de gestelde doelen te voldoen en geven we inzicht in de directe en indirecte riolerings- en waterkosten. Tariefaanpassingen worden doorgevoerd op basis van actuele lasten en te verwachten kosten en opbrengsten. Het WRP toont de lange termijn trend van de rioolheffing.

Bij (grootschalige) nieuwbouw en herontwikkeling houden we rekening met toekomstige ontwikkelingen, zoals extreme buien en langdurige droogte. Dit leidt tot veranderingen in de inrichting van de openbare ruimte met meer ruimte voor de (tijdelijke) opvang van water. We streven ernaar projecten te combineren en zoeken continu naar de optimale balans tussen kosten, risico's en prestaties.

We werken samen met andere gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland. De intensieve samenwerking van de afgelopen jaren en de behaalde resultaten vormen de basis om deze samenwerking voort te zetten en gezamenlijk in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Voor de regio Noorderkwartier zijn nieuwe samenwerkingsafspraken gemaakt tussen gemeenten, waterschap en drinkwaterbedrijf voor de periode 2021-2030.

Netverzwaring en regie in de openbare ruimte

In mei 2024 heeft Liander met de gemeente haar programma voor de netverzwaring in Purmerend gedeeld. Hier staat in dat het aantal transformatorhuisjes bijna verdubbeld moet worden, te beginnen met de Beemster. Ook Stadsverwarming is het aantal onderstations aan het uitbreiden. Deze opgave komt bovenop het reguliere beheer in de ondergrond. We stellen een projectteam samen om de opgave rondom transformatorhuisjes en de diverse werkzaamheden in de openbare ruimte te coördineren.

Actualisatie Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI)

De AVOI is verouderd (2016) en wordt bijgewerkt en aangepast aan de huidige regelgeving en normen. We bereiden ons voor op de overgang van de regelgeving rondom kabels en leidingen van nutsbedrijven naar het omgevingsplan. De regels in de AVOI over de aanleg van kabels en leidingen, behalve telecommunicatiekabels, moeten worden opgenomen in het Omgevingsplan. Dit moet uiterlijk 1 januari 2032 in het nieuwe deel van het omgevingsplan zijn opgenomen. We streven er naar begin volgend jaar de leges voor de ondergrondse infrastructuur te herzien en waar nodig aan te passen.