We verbeteren de afvalscheiding door inwoners op een creatieve wijze bewust te maken van het nut en de noodzaak van afval scheiden en door hen de mogelijkheid te bieden dit beter te doen. We brengen hiervoor de basis op orde door de volgende punten aan te pakken:
De hoogbouw beschikt nog niet over faciliteiten voor het gescheiden weggooien van bioafval. We starten met de voorbereidingen om alle hoogbouw te voorzien van verzamelcontainers voor bioafval, zodat ook deze bewoners hun bioafval apart kunnen weggooien.
In de Beemster wordt het afval nog opgehaald door achterlader vuilniswagens. Dit is een flinke arbeidsbelasting voor onze medewerkers. Daarom beginnen we met het aanbiedlocatieplan voor de rolcontainers in de Beemster, zodat ook hier met de zijlader ingezameld kan worden.
Het serviceniveau voor papierinzameling in de Beemster is niet gelijk aan dat in Purmerend. We zijn in goed overleg met alle papierinzamelende verenigingen in de Beemster om papierinzameling aan huis met een rolcontainer in de hele Beemster mogelijk te maken.
In onze communicatie benadrukken we het belang van goede afvalscheiding en schone grondstofstromen. Daarnaast informeren we onze inwoners over de kosten die ontstaan door het onnodig verbranden van grondstoffen.
We gaan door met de uitvoering van de Proeftuin aardgasvrij in Overwhere-Zuid, zolang de middelen beschikbaar zijn. Dit is in ieder geval gegarandeerd voor 2025 en 2026.
We stimuleren SVP om voor de gemeentelijke aardgastransitie zoveel mogelijk subsidies aan te vragen, in lijn met het gemeentelijke warmtebeleid. Er is een toekenning gegeven voor een Warmte-Investeringssubsidie (WIS).
De gemeente krijgt met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) en de Wet collectieve warmte (Wcw) meer bevoegdheden om regie te voeren op de warmtetransitie. We verkennen de gevolgen van deze nieuwe wetten, en uiterlijk in 2026 wordt een warmteprogramma gepresenteerd als uitwerking van de transitievisie warmte.
Door de toenemende behoefte aan duidelijkheid over de energietransitie bij inwoners zullen er keuzes moeten worden gemaakt. Deze keuzes worden gepresenteerd, waarbij de ruimte die ontstaat vanwege de personeelskostensubsidie (CDOKE-gelden) kan worden ingezet.
In juli 2023 is het Nationaal Isolatie Programma van start gegaan. Hiervoor is tot nu toe een bedrag van 1.337.500 miljoen euro toegekend (incl. btw). De regeling richt zich aan de ene kant op woningen met een lagere NHG-waarde dan €461.000 en aan de andere kant krijgen eigenaren die in aanmerking komen voor een energietoeslag voorrang. In het tweede kwartaal van 2024 is een subsidieverordening ter vaststelling aangeboden aan de raad. De maatregelenlijst van de gemeentelijke subsidie is in de verordening herzien.
Om SVP voor de langere termijn als bedrijf toekomstbestendig te maken is er behoefte aan 1 of meerdere warmtebronnen. Uitbreiding van het netwerk is belangrijk omdat biomassa moet worden gezien als een transitiebrandstof. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden voor Geothermie (aardwarmte). De gemeente heeft hierin een faciliterende rol. Deze mogelijkheid lijkt meer kansrijk geworden door de recente toekenning van een rijkssubsidie aan een van de houders van een opsporingsvergunning in het gebied. Verder wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor verduurzaming en energieopwekking in de Beemster.
Voor de realisatie van ruimtelijke projecten, het bouwen van woningen, de economische activiteiten van ondernemers én de transitie naar hernieuwbare brandstoffen is elektriciteit nodig. Uit berekeningen blijkt dat er knelpunten zijn voor voldoende elektriciteit voor de geplande ontwikkelingen. Er is te weinig elektriciteit en het netwerk is te krap bemeten om de schommelingen tussen vraag- en aanbod aan te kunnen. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering van de Purmerendse bestuurlijke agenda. Inwoners en ondernemers gaan hiervan de effecten merken.
Liander gaat over de toekenning van elektriciteit. Woningbouwontwikkelingen die bekend zijn bij Liander krijgen in ieder geval stroom, ook als hiervoor nog geen aanvraag is gedaan.
Voor bedrijven tellen alleen ondertekende aanvragen. Alleen deze aanvragen krijgen prioriteit en wordt er gezocht naar capaciteit in het net.
Om het net uit te breiden verkennen landelijke partijen een nieuw 380 kV-hoogspanningsnetwerk. Het Noord-Hollands tracé hiervoor is nog niet bekend. Als gemeente volgen we dit proces en maken we gebruik van onze mogelijkheden om tot een optimale inpassing te komen, met zo min mogelijk effect op de Purmerendse ruimtelijke ambities en het UNESCO Werelderfgoed de Beemster.
We verkennen de mogelijkheden voor aanvullende lokale initiatieven, waaronder het optimaliseren van het huidige gebruik van bedrijven, in samenwerking tussen Tennet, Liander, de ACM, de gemeente en bedrijven.
Rondom de verzwaringsopgave van Liander ligt een noodzaak tot ambtelijke afstemming om dit in goede banen te leiden. We vormen een projectteam voor de werkzaamheden die plaatsvinden in de openbare ruimte, waaronder de plaatsing van transformatorhuisjes en de aanleg van kabeltracés, om de opgave die er ligt rondom de verzwaring van het net ook lokaal in goede banen te begeleiden.
We werken op veel plekken in de gemeente en de gemeentelijke organisatie aan de toekomst van Purmerend. Zo hebben we meerdere visies die raken aan de leefbaarheid van Purmerend in de toekomst. Dat werk en de documenten zijn divers: van de Warmtevisie en het werk in de proeftuin, tot aan de Visie Leefbare Stad en het aanleggen van bloemrijke bermen in de openbare ruimte. Ook moeten we reageren op ontwikkelingen om ons heen, zoals netcongestie en veranderende wetgeving en beleid vanuit de Rijksoverheid. We werken aan een overzichtsdocument klimaat en energie, waarin we alles wat we doen op deze gebieden meer in samenhang brengen en in duidelijke paden uitzetten, waarlangs we werken naar het Purmerend van 2050. Dit is de opvolger van de duurzaamheidsagenda.
Purmerend staat voor een veilige, gezonde en duurzame omgeving waar mensen in rust kunnen werken, wonen en recreëren. De gemeente voert de milieutaken uit volgens de Omgevingswet en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten, binnen de vastgestelde kaders, zoals:
Terugdringen van milieuhinder door bedrijven, door deze te laten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Klachten en meldingen afkomstig van bedrijven pakken we in samenwerking met Omgevingsdienst IJmond adequaat op.
We leggen de prioriteiten en de keuzes die we daarin maken vast in het programma Uitvoering en Handhaving Purmerend (voorheen VTH) 2025 en stellen het Evaluatieverslag Uitvoering en Handhaving Purmerend 2024 op.
Omgevingsdienst IJmond voert in opdracht van de gemeente Purmerend toezicht uit bij bedrijven die vallen onder het basistakenpakket.
In het kader van de Verordening uitvoering en handhaving (Omgevingsrecht) gemeente Purmerend en het interbestuurlijk toezicht (IBT) leggen we jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraad en de provincie over onze taakuitvoering op het gebied van Uitvoering en Handhaving. Dit geldt zowel voor de thuistaken als de basistaken die wettelijk zijn belegd bij Omgevingsdienst IJmond.
Het Bodembeleidskader en het bodeminformatiesysteem is geactualiseerd. Ook is voor de registratie van de bodeminformatie het bodeminformatiesysteem Nazca binnen de gemeente geïmplementeerd. Hierdoor zijn we in staat om de gemeentelijke bodemtaken onder de Omgevingswet in samenwerking met Omgevingsdienst IJmond op een adequate wijze uit te voeren.
Om aan te sluiten op de Omgevingswet en het Besluit Activiteiten Leefomgeving (BAL) is het bestaande milieu-inrichtingen bestand omgezet naar milieubelastende activiteiten. In samenwerking met Omgevingsdienst IJmond wordt in 2024 gewerkt aan de overdracht van bedrijfsdossiers die door de inwerkingtreding van de Omgevingswet onder het basistakenpakket vallen. Ook wordt in 2024 onderzocht of de zogenaamde thuistaken milieu ondergebracht kunnen worden bij Omgevingsdienst IJmond.
We voeren het Energiebesparingsakkoord uit. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid ondersteunen en stimuleren we bedrijven om te (gaan) voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
Het LAP3 loopt af in 2025 en wordt dan vervangen door het CMP; het Circulair Materialen Plan. Het CMP sluit beter aan op het programma Nederland Circulair in 2050.
De Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) geldt voor steeds meer afvalstromen. Het ging eerst vooral om verpakkingen, maar inmiddels zijn hier matrassen, accu’s, autobanden, elektrische en elektronische apparatuur en textiel aan toegevoegd.
De afvalbranche is onverminderd in ontwikkeling. De afzetmarkten fluctueren in bereikbaarheid en ook de tariefstructuren staan onder druk. De VNG heeft de Ketenovereenkomst Verpakkingen met Verpact opgezegd. Hierdoor is de toekomst van de inzameling en vergoeding van het PMD-afval onzeker. Pas tegen eind 2024 is hier meer duidelijkheid over.
Binnen de afvalbranche is steeds meer discussie over het verschil tussen afvalscheiding en daadwerkelijk hergebruik van grondstoffen. De focus komt steeds meer op de kwaliteit van gescheiden grondstofstromen te liggen. Schone grondstofstromen zorgen voor meer hergebruik van grondstoffen.
Bij leveranciers van (vracht)auto’s en onderdelen lopen de levertijden en aanschafkosten op door voorraadtekorten.
Landelijk is het nog afwachten hoe het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet wordt omgezet naar verdere plannen. Op dit moment is nog niet bekend of de middelen toe of afnemen, en wat de exacte omvang is van het budget dat voor de gemeente beschikbaar komt. Wel zijn wij positief dat in de voorjaarsnota van het Rijk het voornemen is geuit om opnieuw budget vast te stellen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving (900 miljoen) en voor de ondersteuning van warmtenetten (973 miljoen). Verder zijn wij positief met de voorgenomen oprichting van een ‘Waarborgfonds voor warmtenetten’ (200 miljoen). Het college blijft zich inzetten op het verkrijgen van incidentele rijks- en provinciale subsidies, indien deze beschikbaar zijn.
Voor de bedrijven en woningen in het buitengebied van de Beemster bestaat een grote behoefte aan meer mogelijkheden om de energietransitie uit te voeren. Hier is stadsverwarming niet de eerste optie. Keuzevrijheid voor de wijze waarop de energietransitie wordt uitgevoerd wordt beperkt door vele voorschriften. Uiteraard is niet voor niets gekozen voor een conserverend ruimtelijk beleid en vraagt het landschap om voorzichtigheid om het karakter van de historische inrichting van de polder zo min mogelijk aan te tasten. Daarom wordt aan deskundigen gevraagd om te adviseren over waar en tot hoever mogelijkheden bestaan om, met behoud van de waarden van het gebied, invulling te geven aan de energietransitie en een afwegingskader op te stellen. Dit afwegingskader kan ruimte bieden voor maatwerkoplossingen.